De Leegstandwet geeft u de mogelijkheid om uw leegstaande woning tijdelijk te verhuren. Hiervoor heeft u wel een vergunning nodig van de gemeente waar de woning zich bevindt. Per 1 juli 2013 is de Leegstandwet aanzienlijk verruimd ten gunste van met name particuliere huiseigenaren.
De volgende soorten woonruimte kunnen op grond van de Leegstandwet tijdelijk verhuurd worden:
- woonruimte in een gebouw;
- woonruimte in een voor de verkoop bestemde woning (particuliere koopwoning) die nog nooit bewoond is geweest (nieuwbouwwoning);
- woonruimte in een voor de verkoop bestemde particuliere koopwoning die in de twaalf maanden voordat de woning leeg kwam te staan, door de eigenaar bewoond is geweest;
- woonruimte in een voor de verkoop bestemde woning die in de tien jaar voordat de woning leeg kwam te staan slechts drie jaar (geheel of gedeeltelijk) verhuurd is geweest;
- woonruimte in een voor sloop of renovatie bestemde huurwoning. De renovatie of sloop moet ingrijpend zijn en binnen een redelijke termijn plaatsvinden.
Aanvraag vergunning tijdelijke verhuur
De vergunning voor tijdelijke verhuur van leegstaande woningen en gebouwen vraagt u aan bij uw gemeente. U kunt het aanvraagformulier van de vergunning ook downloaden van de website van de overheid. De vergunning wordt alleen verleend als:
- de woonruimte leegstaat;
- van de eigenaar niet verlangd kan worden dat hij de woning verkoopt of permanent verhuurt (bijvoorbeeld omdat het op dat moment ongunstig is);
- de eigenaar aantoont dat de te verhuren woonruimte in voldoende mate bewoond zal worden.
Lengte van de vergunning
De vergunning geldt voor een periode van vijf jaar. Als de gemeente een vergunning verleent voor Tijdelijke Verhuur op basis van de Leegstandwet, is die vergunning per 1 juli 2013 ook meteen vijf jaar geldig. Voorheen was de vergunning twee jaar geldig en kon daarna nog driemaal een verlenging van één jaar worden aangevraagd.
Tijdelijke verhuur en huurbescherming
Bij tijdelijke verhuur op grond van de Leegstandwet gelden de normale huurbeschermingsregels niet. Wel moet de huurovereenkomst voor ten minste zes maanden worden aangegaan en geldt een opzegtermijn van minimaal een maand voor de huurder en minimaal drie maanden voor de verhuurder. De huurovereenkomst stopt automatisch als de vergunning is verlopen.
In de huurovereenkomst moet verder duidelijk staan dat het gaat om tijdelijke verhuur op grond van de Leegstandwet, voor welke termijn de vergunning is verleend en welke maximale huurprijs in de vergunning is vermeld.
De gemeente moet voor tijdelijke verhuur op basis van de Leegstandwet een vergunning afgeven. Zonder deze vergunning worden de huurbeschermingsbepalingen uit het gewone huurrecht niet opzij gezet.
Huurprijs
De huurprijs mag niet hoger zijn dan de prijs die in de vergunning staat. De maximale huurprijs wordt vastgesteld aan de hand van het woningwaarderingstelsel (puntensysteem). Dit geldt ook voor woningen met genoeg punten om geliberaliseerd verhuurd te kunnen worden.
Hierop geldt een uitzondering voor tijdelijke verhuur van voor de verkoop bestemde woningen van particuliere huiseigenaren: die mogen per 1 juli 2013 wel marktconform worden verhuurd. De gemeente hoeft in dat geval geen maximale huurprijs in de vergunning te vermelden. Dit is bepaald in de Crisis- en herstelwet door toenmalig minister Spies van Binnenlandse Zaken.
Hypotheekrenteaftrek
Mensen die hun te koop staande woning tijdelijk verhuren, hebben sinds 1 januari 2010 de mogelijkheid om na afloop van de verhuurperiode opnieuw hypotheekrente af te trekken. Dit geldt ook als de woning in 2008 of 2009 is verhuurd.